kerkhof
Nederlands
Woordafbreking
- kerk·hof
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘begraafplaats’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- oorspronkelijk werden de doden in het hof van een kerk begraven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkhof | kerkhoven |
verkleinwoord | kerkhofje | kerkhofjes |
Zelfstandig naamwoord
kerkhof o
- terrein waar overledenen begraven worden
Hyponiemen
- autokerkhof, dierenkerkhof, janskerkhof, jodenkerkhof, kantorenkerkhof, oorlogskerkhof, soldatenkerkhof
Afgeleide begrippen
- kerkhofbaan, kerkhofbloem, kerkhofkapel
Uitdrukkingen en gezegden
- De dader ligt op het kerkhof
er is niemand die weet wie de dader is
Vertalingen
1. terrein waar overledenen begraven worden
Gangbaarheid
- Het woord kerkhof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerkhof' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.