kerf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘keep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1343 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kerf kerven
verkleinwoord kerfje kerfjes

Zelfstandig naamwoord

kerf v/m

  1. een ingesneden groef
    • Bij het beproeven van de treksterkte van een materiaal wordt vaak eerst een kerf aangebracht. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kerven

kerf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerven
    • Ik kerf. 
  2. gebiedende wijs van kerven
    • Kerf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerven
    • Kerf je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kerf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord kerf kerwe
verkleinwoord kerfie kerfies

Zelfstandig naamwoord

kerf

  1. kerf
  2. salarisschaal, belastingschijf
stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
kerf
gekerf
volledig

Werkwoord

kerf

  1. kerven
  2. in dunne stukken snijden
  3. uitsnijden, uithakken
  1. «Die beeld is gemaak van plaatstaal en die vingers is gekerf uit rondestaal.»
    Het beeld is gemaakt van plaatstaal en de vingers zijn uitgesneden uit rond staal.

Engels

enkelvoud meervoud
kerf kerfs

Zelfstandig naamwoord

kerf

  1. kerf
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.