kerf
Nederlands
Woordafbreking
- kerf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘keep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1343 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerf | kerven |
verkleinwoord | kerfje | kerfjes |
Zelfstandig naamwoord
kerf v/m
- een ingesneden groef
- Bij het beproeven van de treksterkte van een materiaal wordt vaak eerst een kerf aangebracht.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kerven |
kerf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerven
- Ik kerf.
- gebiedende wijs van kerven
- Kerf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerven
- Kerf je?
Gangbaarheid
- Het woord kerf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerf' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerf | kerwe |
verkleinwoord | kerfie | kerfies |
Zelfstandig naamwoord
kerf
- kerf
- salarisschaal, belastingschijf
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
kerf |
gekerf |
volledig |
Werkwoord
kerf
- kerven
- in dunne stukken snijden
- uitsnijden, uithakken
- «Die beeld is gemaak van plaatstaal en die vingers is gekerf uit rondestaal.»
- Het beeld is gemaakt van plaatstaal en de vingers zijn uitgesneden uit rond staal.
- «Die beeld is gemaak van plaatstaal en die vingers is gekerf uit rondestaal.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.