donjon
Nederlands
Woordafbreking
- donĀ·jon
Zelfstandig naamwoord
donjon m [2]
- (middeleeuwen) zwaarste toren in een middeleeuws kasteel
- De architect was waarschijnlijk iemand uit de stal van Karel V, want het ontwerp lijkt sterk op de donjon van het kasteel van Vincennes bij Parijs.[3]
Gangbaarheid
- Het woord donjon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'donjon' herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- donjon op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- A. van der Horst, Picardie / druk 1, 2007. p. 37
Frans
Uitspraak
- Geluid:
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
donjon | le donjon | donjons | les donjons |
Zelfstandig naamwoord
donjon m
- hoofdtoren, grote slottoren
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.