keelpijn
![](../I/m/US_Navy_040113-N-4614W-005_Capt._Wan_Mun_Chin_examines_a_patient_suffering_from_a_sore_throat_and_high_fever.jpg)
Een patiënt met keelpijn
Nederlands
Woordafbreking
- keel·pijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van keel en pijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keelpijn | keelpijnen |
verkleinwoord | keelpijntje | keelpijntjes |
Zelfstandig naamwoord
keelpijn v/m
- Hij begon vreselijk te niezen en kreeg keelpijn.
Vertalingen
1. pijnlijke irritatie van het slijmvlies in de keelholte, meestal door een ontsteking ervan
Gangbaarheid
- Het woord keelpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'keelpijn' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.