kathode
Nederlands
Woordafbreking
- ka·tho·de
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘negatieve elektrode’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1870 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kathode | kathodes kathoden |
verkleinwoord | kathodetje | kathodetjes |
Zelfstandig naamwoord
kathode v
- (scheikunde) een elektrische geleider waarlangs elektronen een elektrolyt binnengeleid worden
- Een reductie vindt plaats aan de kathode.
- (elektronica) in een radiobuis de door een gloeidraad verhitte elektrode die de elektronen uitzendt
Vertalingen
1-2 scheikunde + elektronica
Gangbaarheid
- Het woord kathode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kathode' herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.