jaarboek
Nederlands
Woordafbreking
- jaar·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarboek | jaarboeken |
verkleinwoord | jaarboekje | jaarboekjes |
Zelfstandig naamwoord
jaarboek o
- verslag over het afgelopen jaar
- Ze werd in het jaarboek door haar klasgenoten wel verkozen tot ‘de slimste van de klas’, maar niet tot ‘degene die het ’t verst zal schoppen’. [1]
- beschrijving van het komende jaar
Gangbaarheid
- Het woord jaarboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jaarboek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Emilie van Outeren 29 september 2016 NRC
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.