kroniek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kro·niek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘jaarboek’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kroniek kronieken
verkleinwoord kroniekje kroniekjes

Zelfstandig naamwoord

kroniek v [3]

  1. een verhaal van of boek met chronologisch geordende gedenkwaardige en/of historische feiten
  2. (oneigenlijk:) rubriek of reeks van artikelen in krant of tijdschrift over een bepaald onderwerp b.v. een kunstkroniek, modekroniek, poëziekroniek etc.
Hyponiemen
  • Akashakroniek, familiekroniek, hofkroniek, jaarkroniek, kloosterkroniek, kunstkroniek, levenskroniek, modekroniek, poëziekroniek, rijmkroniek, wereldkroniek
Afgeleide begrippen
  • kroniekblad, kroniekmatig, kroniekschrijfster, kroniekschrijver, kronieksgewijs, kroniekstijl
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kroniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.