implosie

De implosie van een oude koeltoren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·plo·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ontploffing naar binnen toe’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
  • Naamwoord van handeling van imploderen met het achtervoegsel -ie
enkelvoud meervoud
naamwoord implosie implosies
verkleinwoord implosietje implosietjes

Zelfstandig naamwoord

implosie v

  1. (natuurkunde), (techniek) een zeer snel ineenklappen van een holle ruimte door overdruk van buitenaf, doorgaans met een knal, maar in principe zonder vuurverschijnselen.
    • Bij de oude vacuümgezogen televisiebuizen kwam een implosie wel eens voor. 
  1. (bouwkunde), (techniek) het reduceren van oude gebouwen tot een puinhoop door het opblazen van de steunende constructie-onderdelen
    • De implosie van de oude toren verliep volgens het boekje, geheel rechtstandig zakte hij in een stofwolk. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord implosie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.