hoogvlieger
Nederlands
Woordafbreking
- hoog·vlie·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoog en vlieger [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogvlieger | hoogvliegers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hoogvlieger m [2]
- begaafd persoon
- Volgens Kremlin-watchers is de president geen economische hoogvlieger en laat hij zich op dat vlak adviseren door getrouwen, experts en berichten in de media. [3]
- iets van zeer goede kwaliteit
- Natuurlijk willen ook speelgoedfabrikanten meeliften op het Star Wars-succes. En dus komt Lego met een game. Geslaagd? Mwah. Ruimteschipspel Hyperburner is evenmin een hoogvlieger. Maar beide spellen zijn nog lang zo overbodig niet als Perchang.[4]
- duivensoort
Synoniemen
- [1] bolleboos,topper, uitblinker, licht,, slimmerik, whizzkid, genie, meesterbrein
Gangbaarheid
- Het woord hoogvlieger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoogvlieger' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- hoogvlieger op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Eva Cukier 12 december 2016
- NRC Hans Klis 16 augustus 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.