hest

[1] En hest
Een paard

Deens

Uitspraak
  • IPA: / hɛsd̥ /
Woordafbreking
  • hest
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord hestr
Naar frequentie 1176
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hest     hesten     heste     hestene  
genitief   hests     hestens     hestes     hestenes  

Zelfstandig naamwoord

hest, g

  1. (dierkunde) Equus caballus , paard
Afgeleide begrippen


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hest /
Woordafbreking
  • hest
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord hestr, dat uit het Germaanse komt, vergelijk Nederlands hengst en Limburgs haes
Naar frequentie 1341
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hest     hesten     hester     hestene  
genitief   hests     hestens     hesters     hestenes  

Zelfstandig naamwoord

hest, m

  1. (dierkunde) Equus caballus , paard
  2. (gereedschap), (sport) paard (turntoestel)
  3. (schaak) paard (schaakstuk)
Synoniemen
Hyperoniemen
  • [1]: dyr
  • [2]: gymnastikkapparat
  • [2]: gymnastikkredskap
  • [2]: turnapparat
Hyponiemen
  • [1]: hingst
  • [1]: merr
Afgeleide begrippen
  • [1]: arbeidshest
  • [1]: flodhest
  • [1]: gyngehest
  • [1]: havhest
  • [1]: hestekraft
  • [1]: lesehest
  • [1]: pugghest
  • [1]: sengehest
  • [1]: springhest
  • [1]: stridshest
  • [1]: trehest
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: satse på feil hest
op het verkeerde paard zetten
  • [1]: sette seg på sin høye hest
over het paard getild zijn
verwend en arrogant zijn


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /hest/
Woordafbreking
  • hest
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord hestr
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hest     hesten     hestar     hestane  

Zelfstandig naamwoord

hest, m

  1. (dierkunde) Equus caballus , paard
  2. (gereedschap), (sport) paard (turntoestel)
  3. (schaak) paard (schaakstuk)
Synoniemen
  • [3]: springar
Hyperoniemen
  • [1]: dyr
  • [2]: gymnastikkapparat
  • [2]: gymnastikkreiskap
  • [2]: turnapparat
Hyponiemen
  • [1]: hingst
  • [1]: merr
Afgeleide begrippen
  • [1]: flodhest
  • [1]: gyngehest
  • [1]: havhest
  • [1]: hestekraft
  • [1]: lesehest
  • [1]: pugghest
  • [1]: sengehest
  • [1]: trehest
Spreekwoorden
  • [1]: Ein hest kan snåve på fire bein, og ein mann på eit ord.
Een paard kan struikelen over vier poten en een man over een woord.
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: satse på feil hest
op het verkeerde paard zetten
  • [1]: setje seg på sin høge hest
over het paard getild zijn
verwend en arrogant zijn
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.