heenrit
Nederlands
Woordafbreking
- heen·rit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heen bw en rit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heenrit | heenritten |
verkleinwoord | heenritje | heenritjes |
Zelfstandig naamwoord
heenrit m [1]
- korte reis die van huis naar een bestemming gaat
- Volgens Beltman „ging het toch iets anders dan de mensen zelf hebben gedacht.” De kern van het verhaal is dat als iemand niet op tijd klaar staat voor de taxi niet alleen de heenrit maar ook de terugrit wordt geannuleerd.[2]
- Er hadden ook taxihervormingen plaatsgevonden, waardoor hij nu voor hetzelfde kippeneindje zeventig gulden moest betalen in plaats van de vijftig die de heenrit nog gekost had.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'heenrit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heenrit' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Marthy Rothe 13-07-10 Connexxion over taxi-incident: ‘Moeilijk te voorkomen’
- NRC S. Montag 8 december 2001 Koning Klant
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.