terugweg
Nederlands
Woordafbreking
- te·rug·weg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug en weg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terugweg | terugwegen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
terugweg m
- de weg waarlangs men terug reist
- Op de terugweg kunnen we lang doorrijden, omdat er een bed ons wacht.
Gangbaarheid
- Het woord terugweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'terugweg' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.