terugweg

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord terugweg terugwegen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

terugweg m

  1. de weg waarlangs men terug reist
    • Op de terugweg kunnen we lang doorrijden, omdat er een bed ons wacht. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.