grutterswaar
Nederlands
Woordafbreking
- grut·ters·waar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grutter en waar zn met het invoegsel -s-; op te vatten als enkelvoud van "grutterswaren"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grutterswaar | grutterswaar |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
grutterswaar m/v
- (voeding) (historisch) wat men bij een kruidenier kan kopen
- Van grutterswaar moet hij weinig benul hebben gehad, want het kwam voor dat klanten die voor suiker kwamen soda mee naar huis kregen. [1]
- Het jaarverslag behandelt de film als eerzame grutterswaar (…) [2]
Verwijzingen
- "Naar zee, dat wilden alle Slauerhoffs. Behalve ik" in: Leeuwarder Courant jrg. 240 nr. 85 (11 april 1991); p. 19 kol. 2; geraadpleegd 2016-12-07
- "Van de redactie. Een jaarverslag" in: Filmliga. Tijdschrift voor zelfstandige filmkunst jrg. 1 nr. 10 (april 1928) ; p. 223; geraadpleegd 2016-12-07
Gangbaarheid
- Het woord 'grutterswaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.