kruidenier

[2] Een kruidenier.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruidenier    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkrœydəˈnir/
Woordafbreking
  • krui·de·nier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘handelaar in kruiderijen en vervolgens ook in grutterswaren’ voor het eerst aangetroffen in 1568 [1]
  • afgeleid van kruid met het achtervoegsel -ier met het invoegsel -e-
enkelvoud meervoud
naamwoord kruidenier kruideniers
verkleinwoord kruideniertje kruideniertjes

Zelfstandig naamwoord

kruidenier m

  1. winkelier in levensmiddelen
  2. winkel met levensmiddelen
  3. krenterig persoon
Verwante begrippen
  • kruidenierster
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kruidenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.