grimmig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grim·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘boos’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
  • afgeleid van grim met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen grimmiggrimmigergrimmigst
verbogen grimmigegrimmigeregrimmigste
partitief grimmigsgrimmigers-

Bijvoeglijk naamwoord

grimmig

  1. dreigend, onheilspellend, wrevelig
    • Nadat de thuisclub verloren had ontstond een grimmige sfeer in het stadion. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • grimmigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grimmig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.