guur
Nederlands
Woordafbreking
- guur
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘snijdend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | guur | guurder | guurst |
verbogen | gure | guurdere | guurste |
partitief | guurs | guurders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
guur
- kil, koud, winderig en regenachtig
- Het is vandaag zo guur dat er bijna niemand op straat is.
Gangbaarheid
- Het woord guur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'guur' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.