grasmus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grasmus grasmussen
verkleinwoord grasmusje grasmusjes

Zelfstandig naamwoord

grasmus v/m

  1. (vogels) Sylvia communis , een zangvogel uit de familie zangers Syviidae
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grasmus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.