gradenboog
![](../I/m/Grad_protractor.png)
Een gradenboog.
Nederlands
Woordafbreking
- gra·den·boog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van graad en boog met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gradenboog | gradenbogen |
verkleinwoord | gradenboogje | gradenboogjes |
Zelfstandig naamwoord
gradenboog m
- (wiskunde) een instrument waarmee een hoek van een gekende grote uitgezet of gemeten kan worden
- In het middelbaar onderwijs is een gradenboog een bekende toerusting.
Vertalingen
1. een instrument waarmee een hoek van een gekende grote uitgezet of gemeten kan worden
Gangbaarheid
- Het woord gradenboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gradenboog' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.