gezond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zond
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet ziek’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
- vervoeging van zonnen: de stam met omvoegsel ge- -d [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gezond | gezonder | gezondst |
verbogen | gezonde | gezondere | gezondste |
partitief | gezonds | gezonders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gezond
- vrij van ziektes en zeertes
- Hij is nog goed gezond voor zijn leeftijd.
- bevorderlijk voor een goede conditie
- Lichaamsoefening is gezond voor een mens.
Synoniemen
- [2] goed
Antoniemen
- [2] slecht
Vertalingen
1. vrij van ziektes en zeertes
Gangbaarheid
- Het woord gezond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezond' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.