genereus
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ne·reus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘edelmoedig’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse généreux (met het achtervoegsel -eus) [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | genereus | genereuzer | genereust |
verbogen | genereuze | genereuzere | genereuste |
partitief | genereus | genereuzers | - |
Gangbaarheid
- Het woord genereus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'genereus' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.