rijkelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van rijk met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rijkelijkrijkelijkerrijkelijkst
verbogen rijkelijkerijkelijkererijkelijkste
partitief rijkelijksrijkelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

rijkelijk

  1. overvloedig, niet nauw rekenend
    • Ik wil graag een rijkelijk belegd broodje bestellen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rijkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.