gelukkig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luk·kig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gelukkiggelukkigergelukkigst
verbogen gelukkigegelukkigeregelukkigste
partitief gelukkigsgelukkigers-

Bijvoeglijk naamwoord

gelukkig

  1. in een tevredene toestand zijn, zich goed voelen
    • "Veel mensen vergissen zich in wat ze gelukkig maakt" [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
Vaste voorzetsels
  • gelukkig zijn met
  • gelukkig zijn van
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gelukkig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.