gedrag
Nederlands
Woordafbreking
- ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wijze van doen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1701 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedrag | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gedrag o
- de manier waarop iemand optreedt of waarop iets ergens op reageert
- Het elektrisch gedrag van halfgeleiders hangt sterk van hun gehalte aan onzuiverheden af.
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. de manier waarop iemand optreedt of iets ergens op reageert
|
|
Gangbaarheid
- Het woord gedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedrag' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.