paargedrag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paar·ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paargedrag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

paargedrag o

  1. het gedrag van mensen en dieren dat betrekking heeft op de voortplanting
    • Dat imponeren speelt vooral bij paargedrag een belangrijke rol, met als extreem voorbeeld het mannetje van de kraagparadijsvogel. Om indruk te maken op vrouwtjes spreidt die de pikzwarte vleugels zo dat een donkere ovaal ontstaat, waarop helblauw zijn bef en ogen afsteken als een soort natuurlijke smiley.[1] 
  1. gedrag van objecten t.o.v. elkaar
    • Driekwart van alle zware reuzensterren in het heelal heeft een partner. Het gaat vaak om heftige relaties, in een kwart van de gevallen smelten de sterren samen. Een team van sterrenkundigen bracht het paargedrag van hete, heldere, zware O-sterren aan het licht met behulp van de Europese Very Large Telescope in Chili. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord paargedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Volkskrant Martijn van Calmthout 9 januari 2018
  2. Volkskrant GOVERT SCHILLING 28 juli 2012
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.