gebruiker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebruiker    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /χə'brœʏkər/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣə'brœːkər/
Woordafbreking
  • ge·brui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebruiker gebruikers
verkleinwoord gebruikertje gebruikertjes

Zelfstandig naamwoord

gebruiker m

  1. iemand die iets gebruikt
    • Hij is de gebruiker van dat voorwerp. 
  1. (wikitaal) iemand die zich geregistreerd heeft en met enige regelmaat bijdragen levert aan een wiki
    • Deze gebruiker is geblokkeerd. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebruiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.