gebedskleed

• Geluid:  gebedskleed    (hulp, bestand)
• IPA: /ɣəˈbɛtsklet/

• ge·beds·kleed

• samenstelling van  gebed   en  kleed   met het invoegsel -s- die kan worden opgevat als genitiefuitgang

gebedskleed o

1. (religie) (Jiddisch-Hebreeuws) talliet, gebedsmantel, rechthoekige omslagdoek met een draadje aan elke hoek, gedragen tijdens het ochtendgebed [1]

1. • Ik ben even naar sjoel geweest «n een gedienstige en wellicht ook godsdienstige, heeft me er op gewezen, dat ik me met het gebedskleed verkeerd had omhuld. [2]

2. (religie) (Jiddisch-Hebreeuws) talliet katan, arba kanfot rechthoekige doek met een draadje aan elke hoek en een gat in het midden om het hoofd door te steken, die onder bovenkleding kan worden gedragen[3]

1. • Onder het colbert zijn de uiteinden te zien van het kleine gebedskleed waarin de rabbijn de dagelijkse gebeden uitspreekt. [4]

2. (religie) (christelijk) gewaad dat geestelijken tijdens een gebedsdienst dragen

1. • Eén zuster zit achter het kerkorgel, een andere dirigeert, de twintig overigen staand wiegend in hun witte gebedskleed met de koorboeken in hun handen. [5]

2. (religie) (islamitisch) "sadjada", mat waarop een moslim knielt tijdens het gebed

1. • Straks gaat de zon onder en dan zullen zij devoot neerknielen op het reeds gespreide gebedskleed en in dank voor Allah en zijn profeet [6]

• [1] talles, talliet gadol
• [2] arba kanfot, arbang kanfous, arbe kanfes, tsietsiet
• [3] kovel

• 
  talliet, gebedsmantel
• 
  2. talliet katan, arba kanfot
• 
  3. gewaad geestelijken bij gebedsdienst
• 
  4. sadjada

• Het woord gebedskleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.