flatgebouw

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flat·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flatgebouw flatgebouwen
verkleinwoord flatgebouwtje flatgebouwtjes

Zelfstandig naamwoord

flatgebouw o

  1. Hoogbouw voor gelijkvloerse woningen.
    • In de Bijlmermeer stonden veel flatgebouwen. 

Gangbaarheid

  • Het woord flatgebouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.