feminisme
Nederlands
Woordafbreking
- fe·mi·nis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrouwenbeweging’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
- afgeleid van het Latijnse 'fēmina' (vrouw) met het achtervoegsel -isme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feminisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
feminisme o
- (filosofie) het streven naar een gelijkwaardige behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen
- In het eerste decennium van de 21e eeuw werd het westerse feminisme verweten nauwelijks oog te hebben voor schendingen van vrouwenrechten in de islamitische wereld
Synoniemen
- vrouwenbeweging, vrouwenemancipatie
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
|
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord feminisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feminisme' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.