feestelijkheid
Nederlands
![](../I/m/Nederlands_Openluchtmuseum_-_Ziko_speech_15e_verjaardag_van_Wikipedia_NL.jpg)
feestelijkheid ter gelegenheid van de 15de verjaardag van Wikipedia NL
Woordafbreking
- fees·te·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van feestelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestelijkheid | feestelijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
feestelijkheid v
- een bijeenkomst om iets fijns te vieren
- Veel van het esprit van de voorstelling komt voort uit de personenregie. Die is met veel ‘high fives’ en dansjes in Elvis-stijl zeker niet wars van clichés, maar Lageveen en Witte hebben wel sjoege van slapstick en de melige momenten worden gecompenseerd door vondsten die intelligent en liefdevol verband houden met de intrinsieke, schuimige feestelijkheid van Rossini’s noten. Daarbij acteren de zangers met overgave en wordt er gewoon opvallend goed gezongen.[1]
- James Blake doet een 'Beyonceetje'. Ineens ploft een nieuwe plaat op de streamingplatforms: verrassing. Maar met die plotselinge verschijning houdt de feestelijkheid ook meteen op. Blake is op zijn derde album mistroostiger dan ooit.[2]
Gangbaarheid
- Het woord feestelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Mischa Spel 22 mei 2017
- Volkskrant Robert van Gijssel 11 mei 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.