festijn
Nederlands
Woordafbreking
- fes·tijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘feest(maal)’ voor het eerst aangetroffen in 1672 [1]
- Van het Franse festin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | festijn | festijnen |
verkleinwoord |
Gangbaarheid
- Het woord festijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'festijn' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.