explosief
Nederlands
Woordafbreking
- ex·plo·sief
Zelfstandig naamwoord
explosief o
- ontplofbare stof of voorwerp
- Om een explosief tot ontploffing te brengen is energie nodig.
- Een speciaal getrainde hond zoekt het terrein af op aanwezigheid van explosieven.
Hyponiemen
- buskruit, TNT, nitroglycerine
Afgeleide begrippen
- explosievendeskundige, explosievenopruimingsdienst
Vertalingen
1. ontplofbare stof of voorwerp
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | explosief | explosiever | explosiefst |
verbogen | explosieve | explosievere | explosiefste |
partitief | explosiefs | explosievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
explosief
- ontplofbaar
- Nitroglycerine is een zeer explosieve stof.
- plots veranderbaar, snel uitbreidend
- Na de wedstrijd ontstond een explosieve sfeer.
- In de 19e eeuw kende de stad een explosieve groei.
- snel boos wordend
- Het lijkt een faux pas. Een kuchje op het verkeerde moment. ‘Sorry’, zegt het kamermeisje Abigail (Emma Stone) als de explosieve koningin Anne (Olivia Colman) haar vinnig aankijkt. ‘Ik denk dat ik een koutje heb gevat toen ik gisteren de kruiden plukte tegen uw jicht.’ [1]
Vertalingen
1. ontplofbaar
Gangbaarheid
- Het woord explosief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'explosief' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.