experiment

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pe·ri·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘proefneming’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord experiment experimenten
verkleinwoord experimentje experimentjes

Zelfstandig naamwoord

experiment o

  1. proef, uitprobeersel
    • Hij wist niet precies hoe de computer werkte dus deed hij maar wat experimentjes waarvan de ene succesvoller was dan de andere. 
  1. wetenschappelijke proefneming
    • Bij een wetenschappelijke waarneming kijkt men hoe de natuur zich van nature gedraagt zonder inmenging van de mens bij een experiment doet men een wetenschappelijke waarneming aan een door de mens gecontroleerde en beïnvloede gebeurtenis. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord experiment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.