epidemiologie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·de·mio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epidemiologie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

epidemiologie v

  1. (medisch) (wetenschap) leer van de epidemieën
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord epidemiologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Roemeens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

epidemiologie

  1. (wetenschap) epidemiologie

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

epidemiologie

  1. (wetenschap) epidemiologie

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.