epidemioloog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·de·mio·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epidemioloog epidemiologen
verkleinwoord epidemioloogje epidemioloogjes

Zelfstandig naamwoord

epidemioloog m

  1. (medisch) (beroep) iemand die zich bezig houdt met epidemieën
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord epidemioloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.