emplooi

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·plooi
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bezigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1627 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord emplooi emplooien
verkleinwoord emplooitje emplooitjes

Zelfstandig naamwoord

emplooi o [3]

  1. arbeid, bezigheid, karwei, werk, betrekking
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord emplooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.