eettent
Nederlands
Woordafbreking
- eet·tent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eet en tent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eettent | eettenten |
verkleinwoord | eettentje | eettentjes |
Zelfstandig naamwoord
eettent v/m [1]
- een tent waarin men kan eten
- een eenvoudige eetgelegenheid zoals een restaurant of snackbar}}
- Volgens een culinaire reportage in de Volkskrant is het een internationale trend. De geheide driesterrenzaken worden overal hippe eettenten. In Italië zitten de sterrenzaken leeg en de trattoria’s vol. De jonge chefs in Nederland hebben het overgenomen, de Amsterdamse scene heet ‘Nieuw Ruig’. [2]
- Maar zou het helpen om nieuwe huurders aan te pakken? „Zeker. Ik ken mensen die met zijn tienen in één woning zitten. Allemaal mannen, zonder familie, uit Bulgarije of Roemenië. Ze staan dan bij eettent Marillas met zijn tienen, twintigen voor de deur te drinken ’s avonds.” [3]
Gangbaarheid
- Het woord eettent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eettent' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Frits Abrahams 12 april 2013
- NRC Elsje Jorritsma 3 september 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.