kantine
Nederlands
Woordafbreking
- kan·ti·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schaftlokaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1676 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantine | kantines |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kantine v
- eetgelegenheid in bedrijven, scholen, verenigingen
- Je kon je inschrijven in de kantine van de atletiekvereniging.
Vertalingen
1. eetgelegenheid in bedrijven, scholen, verenigingen
Gangbaarheid
- Het woord kantine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kantine' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.