dwangbuis
![](../I/m/Straitjacket-rear.jpg)
Iemand in een dwangbuis
Nederlands
Woordafbreking
- dwang·buis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dwang en buis (het)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwangbuis | dwangbuizen |
verkleinwoord | dwangbuisje | dwangbuisjes |
Zelfstandig naamwoord
dwangbuis v/m of o
- (kleding) een kledingstuk dat de drager bewegingsvrijheid van de armen en handen ontneemt
- Om te voorkomen dat de psychiatrische patiënt zichzelf letsel toe zou brengen werd hem een dwangbuis aangedaan.
Vertalingen
1. een kledingstuk dat de drager bewegingsvrijheid van de armen en handen ontneemt
Gangbaarheid
- Het woord dwangbuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dwangbuis' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.