driehonderdzevenenveertig

• Geluid:  driehonderdzevenenveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtˈsevənənˌfertəx /; soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdnegenenveertig': /ˌdrihɔndərtˈsøvənənˌfertəx/

• drie·hon·derd·ze·ven·en·veer·tig

• samenstelling van  driehonderd ht  en  zevenenveertig ht 

driehonderdzevenenveertig

1. "347", het getal tussen driehonderdzesenveertig en driehonderdachtenveertig, driehonderd plus zevenenveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De totale kosten bedragen driehonderdzevenenveertig euro en zevendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdzevenenveertig van het grootste hotel. 

• 347 (decimaal)
• 101011011 (binair)
• 15B (hexadecimaal)
• CCCXLVII (Romeins)

• driehonderdenzevenenveertig

rangtelwoord

• driehonderdzevenenveertigste

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdzevenenveertig" ht als linkerdeel

• driehonderdzevenenveertigduizend

driehonderdzevenenveertig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 347 is aangeduid

1. • Als jij driehonderdzevenenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdzevenenveertig mv

1. groep van 347 eenheden

1. • Die driehonderdzevenenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

• Het woord 'driehonderdzevenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.