driehonderdachtenzestig

Nederlands

0368
driehonderdachtenzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·acht·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdachtenzestig

  1. "368", het getal tussen driehonderdzevenenzestig en driehonderdnegenenzestig, driehonderd plus achtenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdachtenzestig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdachtenzestig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • driehonderdachtenzestigste

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdachtenzestig" ht als linkerdeel

  • driehonderdachtenzestigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdachtenzestig driehonderdachtenzestigs
verkleinwoord driehonderdachtenzestigje driehonderdachtenzestigjes

Zelfstandig naamwoord

driehonderdachtenzestig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 368 is aangeduid
    • Als jij driehonderdachtenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdachtenzestig mv

  1. groep van 368 eenheden
    • Die driehonderdachtenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'driehonderdachtenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.