drankje

Nederlands

Uitspraak

Geluid: drankje (hulp, bestand)

Woordafbreking

drank·je

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	drank	dranken
verkleinwoord	drankje	drankjes

Zelfstandig naamwoord

drankje o

verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord drank
glaasje drank (die vaak het distillatieproduct van alcohol bevat)
vloeibaar medicament

Synoniemen

[2] borrel, zoopje
[3] brouwsel, drank

Afgeleide begrippen

[2] amandeldrankje, coladrankje, frisdrankje, oranjebitterdrankje, sportdrankje
[3] koortsdrankje, gorgeldrankje, hoestdrankje, honingdrankje, kruidendrankje, spoeldrankje

Vertalingen

2. glaasje drank

Duits: Getränke ^(de) o, Drink ^(de) m
Engels: drink ^(en)

Frans: petit verre ^(fr) m
Spaans: copita ^(es) v

3. vloeibaar medicament

Duits: Saft ^(de) m, Sirup ^(de) m
Engels: potion ^(en), draught ^(en)

Frans: potion ^(fr) v, breuvage ^(fr) m
Spaans: poción ^(es) v, brebaje ^(es) m, jarabe ^(es) m

Zelfstandig naamwoord

drankje o

verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord drank

Gangbaarheid

Het woord drankje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'drankje' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.