vloeibaar
Nederlands
Woordafbreking
- vloei·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vloeibaar | vloeibaarder | vloeibaarst |
verbogen | vloeibare | vloeibaardere | vloeibaarste |
partitief | vloeibaars | vloeibaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vloeibaar
- (thermodynamica) in staat te vloeien, gezegd van de aggregatietoestand van stoffen die niet vast en niet gasvormig zijn
- Water is bij kamertemperatuur vloeibaar.
Afgeleide begrippen
- vloeibaarheid, dikvloeibaar, dunvloeibaar, halfvloeibaar
Vertalingen
1. in staat te vloeien, gezegd van de aggregatietoestand van stoffen die niet vast en niet gasvormig zijn
Gangbaarheid
- Het woord vloeibaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vloeibaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.