duldbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duld·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling dulden met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen duldbaarduldbaarderduldbaarst
verbogen duldbareduldbaardereduldbaarste
partitief duldbaarsduldbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

duldbaar [1]

  1. wat men kan accepteren, tolereren of toestaan
    • De vergunning gaat ervan uit dat de bastonen zich net zo verplaatsen, net zo worden gedempt als ander geluid. Maar ver buiten de berekende zone laten deze trillingen de kopjes in de kastjes rammelen en ramen en deuren in de sponningen resoneren. Je voelt de trillingen via je bank, je tafel of je bed. Dit wordt met het uur minder duldbaar: decibelterreur. [2] 
    • Opvallend is dat een hoop families lang wachtten voor ze hun lijdende verwant toevertrouwden aan de medische stand. Vaak tot ‘het echt niet meer ging’, door geweldsituaties binnenshuis (‘Patiënt is niet langer duldbaar voor huisgenoten’) of verstoring van de openbare orde buiten de deur. [3] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'duldbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.