houdbaar
Nederlands
Woordafbreking
- houd·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘duurzaam van levensmiddelen’ voor het eerst aangetroffen in 1905 [1]
- Naamwoord van handeling van houden met het achtervoegsel -baar.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | houdbaar | houdbaarder | houdbaarst |
verbogen | houdbare | houdbaardere | houdbaarste |
partitief | houdbaars | houdbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
houdbaar
- een zekere tijd bestand tegen bederf
- De moderne verwerking van verse melk maakt een veel houdbaarder product mogelijk.
Gangbaarheid
- Het woord houdbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'houdbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.