houdbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houd·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘duurzaam van levensmiddelen’ voor het eerst aangetroffen in 1905 [1]
  • Naamwoord van handeling van houden met het achtervoegsel -baar.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen houdbaarhoudbaarderhoudbaarst
verbogen houdbarehoudbaarderehoudbaarste
partitief houdbaarshoudbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

houdbaar

  1. een zekere tijd bestand tegen bederf
    • De moderne verwerking van verse melk maakt een veel houdbaarder product mogelijk. 

Gangbaarheid

  • Het woord houdbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.