dommer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dom·mer

Bijvoeglijk naamwoord

dommer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dom

Gangbaarheid

  • Het woord dommer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡdɔməɾ/
Woordafbreking
  • dom·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord dómari.

Zelfstandig naamwoord

dommer m

  1. (juridisch) rechter
  2. (sport) arbiter, scheidsrechter
  3. jurylid
Verbuiging
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dommer     dommeren     dommere     dommerne  
genitief   dommers     dommerens     dommeres     dommernes  
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • [1] høyesterettsdommer, lagdommer
  • [2] fotballdommer, håndballdommer
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.