doemdenker

Nederlands

de doemdenker denkt nu al aan de onvermijdelijke dood die hem of haar te wachten staat
Uitspraak
Woordafbreking
  • doem·den·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doemdenker doemdenkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

doemdenker m

  1. iemand die voorspelt dat er rampen zullen gebeuren
    • Iedere jaarwisseling levert de nodige liters spraakwater aan zowel doem- als wensdenkers.[3] 
    • Door diepzeemijnbouw loopt de wereld echter wel risico soorten kwijt te raken, waarschuwt Van Oevelen. „Er leven soorten in de diepzee die we nog nooit hebben gezien. Ik wil geen doemdenker zijn, maar gebieden die je leeghaalt, zijn voor langere tijd of zelfs definitief verstoord.”[4] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doemdenker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. doemdenker op website: Etymologiebank.nl
  2. doemdenker op website: Etymologiebank.nl
  3. Reformatorisch Dagblad ds. J. Belder 05-01-2017 Column: Ik weiger een doemdenker te zijn
  4. Reformatorisch Dagblad Bart van den Dikkenberg 04-05-2016 Mijnbouw onder water funest voor zeeleven
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.