diplomaat
Nederlands
![](../I/m/Stikker%2C_Dirk_-_SFA002019718.jpg)
Dirk Stikker een belangrijk Nederlands diplomaat
Woordafbreking
- di·plo·maat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘behartiger van belangen in buitenland’ voor het eerst aangetroffen in 1841 [1]
- afgeleid van diploma met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diplomaat | diplomaten |
verkleinwoord | diplomaatje | diplomaatjes |
Zelfstandig naamwoord
diplomaat m
- (diplomatie) (beroep) iemand die in het buitenland zorgt voor de politieke relaties met zijn eigen land
- 'Bedienden van diplomaten in Nederland uitgebuit' [3]
- Maar feit is wel dat niet minder dan veertien EU-landen Russische diplomaten weggebonjourd hebben. [4]
- iemand die tactvol en omzichtig te werk gaat
- De moeder moest een echte diplomaat zijn om ruziënde kinderen te laten stoppen met vechten.
Vertalingen
1. iemand die in het buitenland zorgt voor de politieke relaties met zijn eigen land
Gangbaarheid
- Het woord diplomaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'diplomaat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "diplomaat" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- diplomaat op website: Etymologiebank.nl
- www.nu.nl
- Trouw Sylvain Ephimenco- 7:09, 29 maart 2018 Ook Rusland is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.