dikbekzaadkraker
Nederlands
Woordafbreking
- dik·bek·zaad·kra·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dikbekzaadkraker | dikbekzaadkrakers |
verkleinwoord | dikbekzaadkrakertje | dikbekzaadkrakertjes |
Zelfstandig naamwoord
dikbekzaadkraker m
- (dierkunde), (vogels) Oryzoborus crassirostris
, een gorzensoort uit Midden- en Zuid-Amerika
Opmerkingen
- De naam dikbekzaadkraker wordt vooral gebruikt in Vlaanderen en Nederland. Het Surinaams-Nederlands noemt de vogel meestal twatwa.
Vertalingen
1. Oryzoborus crassirostris kleine vinkensoort uit Midden- en Zuid-Amerika
Gangbaarheid
- Het woord 'dikbekzaadkraker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.