kraker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kra·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘iem. die een leegstaand huis binnendringt voor bewoning’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1]
  • Naamwoord van handeling van kraken met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kraker krakers
verkleinwoord krakertje krakertjes

Zelfstandig naamwoord

kraker m

  1. iemand die zich wederrechtelijk metterwoon in een pand vestigt
    • Op de Martelaarsgracht heeft de politie een waterkanon ingezet omdat krakers met verfbommen gooien. 
  1. (informeel) een chiropractor of manuele therapeut
  2. iemand die iets kraakt of iets waarmee men kan kraken
  3. (muziek) succesnummer
    • Vanavond is in de vierde ronde van de FA Cup al de kraker tussen Arsenal en Manchester United, maar de mooiste duels in het oudste bekertoernooi ter wereld zijn toch de wedstrijden tussen clubs die op verschillende niveaus spelen. Neem nu Millwall tegen Everton, de wedstrijd die morgenavond (18.30 uur) wordt gespeeld op een volgepakt The Den. [3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • krakersbeweging
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kraker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.