twatwa
Nederlands
Woordafbreking
- twa·twa
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing van de roep van deze vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | twatwa | twatwa's |
verkleinwoord | twatwaatje | twatwaatjes |
Zelfstandig naamwoord
twatwa m
- (dierkunde), (vogels) Oryzoborus crassirostris
, een gorzensoort uit Midden- en Zuid-Amerika
Opmerkingen
- De naam twatwa wordt vooral gebruikt in Suriname. Het Europese Nederlands noemt de vogel meestal dikbekzaadkraker.
Vertalingen
1. Oryzoborus crassirostris, een kleine vinkensoort uit Midden- en Zuid-Amerika
Gangbaarheid
- Het woord twatwa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'twatwa' herkend door:
2 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.